Deze week oordeelde de Afdeling weer in een handhavingszaak over het ‘belanghebbende-begrip’. Bij handhaving geldt nu eenmaal de beginselplicht tot handhaving, die bestuursorganen normaliter dwingt tot optreden, indien hierom wordt verzocht. Gezien dat strenge regime van de Afdeling is het niet verbazingwekkend dat bestuursorganen proberen het handhavingsverzoek alsnog van het bureau proberen te krijgen door de verzoeker als niet-belanghebbende aan te merken. Immers, geen belang, geen optreden!
In ECLI:NL:RVS:2018:3884 had de beheerder van een bungalowpark “De Horn” het college van Schagen verzocht om op te treden tegen permanente bewoning van een aantal recreatiebungalows. Het college liet dit verzoek buiten behandeling want (a) de beheerder was geen eigenaar van die bungalows en (b) de beheerder had geen economisch belang.
In navolging van de rechtbank oordeelt de Afdeling echter anders. Zij acht niet uitgesloten dat de inkomsten van de beheerder als exploitant van de verkoopruimte in de receptie, de wasserette en de tennisbaan teruglopen ten gevolge van de permanente bewoning. Daarnaast is de beheerder verantwoordelijk voor het schoon en netjes houden van de algemene delen van het park en ondervindt zij negatieve gevolgen van een toename van de permanente bewoning op het recreatiepark, bijvoorbeeld doordat zij extra afval dient te verwerken van in recreatiewoningen gevestigde bedrijven aan huis. De beheerder heeft daarmee belang bij handhavend optreden.
Het college van Schagen zal dus alsnog moeten beslissen op het verzoek om handhaving